Begrippenlijst

Actuele regelgeving

  1. Activering

    De fase waarin de tachograaf volledig operationeel wordt en alle functies, inclusief de veiligheidsfuncties, uitvoert.

    Analoge tachograaf

    • In wegvoertuigen in te bouwen apparaat om gegevens betreffende het rijden van deze voertuigen en bepaalde werktijden van hun bestuurders te tonen en automatisch of semi-automatisch te registreren.
    • Een tachograaf waarbij een registratieblad overeenkomend met deze verordening, wordt gebruikt.

    Bandenmaat

    De omschrijving van de afmetingen van de banden (externe aandrijfwielen) overeenkomstig Richtlijn 92/23/EEG van de Raad ( 1 ), als laatstelijk gewijzigd.  

    Bewegingssensor

    Deel van de tachograaf dat een signaal geeft over de snelheid van het voertuig en/of de afgelegde afstand.  

    Constante van het controleapparaat

    Het getal dat de waarde aangeeft van het ingangssignaal dat nodig is ter aanwijzing en registratie van een afgelegde afstand van één kilometer; deze constante moet of in omwentelingen per kilometer (k = … omw/km), of in impulsen per kilometer (k = … imp/km) worden uitgedrukt.  

    Digitale tachograaf

    Een tachograaf waarbij een tachograafkaart overeenkomend met deze verordening wordt gebruikt.

    Effectieve omtrek der wielbanden

    Gemiddelde van de afstanden, afgelegd door elk door het voertuig aandrijvende wielen (aandrijfwielen) bij een volledige omwenteling. Het meten van deze afstanden moet plaats vinden onder normale beproevingsomstandigheden en wordt als volgt uitgedrukt: 1 = … mm.     

    Installatie

    Het plaatsen van de tachograaf in een voertuig.  

    Kalibratie

    Het bijwerken of bevestigen van voertuigparameters, met inbegrip van de identificatie van het voertuig en de voertuigkenmerken.

    Kenmerkende coëfficiënten

    Getal dat de waarde aangeeft van het uitgangssignaal van het op het voertuig aangebrachte onderdeel voor de aansluiting op het controleapparaat (uitgaande as van de versnellingsbak of wiel van het voertuig), wanneer het voertuig de afstand van één kilometer aflegt, gemeten onder normale beproevingsomstandigheden. De kenmerkende coëfficiënt wordt of in omwentelingen per kilometer (w = … omw/km), of in impulsen per kilometer (k = … imp/km) uitgedrukt.  

    Niet verplicht

    Gevallen waarin het gebruik van het controleapparaat volgens de bepalingen van Verordening (EG) nr. 561/2006 niet vereist is. 

    Periodieke controle

    Een reeks verrichtingen die worden uitgevoerd om te controleren of de tachograaf goed werkt en de instellingen overeenkomen met de voertuigparameters.  

    Registratieblad

    Een blad dat ontworpen is om gegevens op te nemen en vast te leggen, dat dient te worden aangebracht in een analoge tachograaf en waarop de schrijfstiften van de analoge tachograaf continu de te registreren gegevens optekenen.

    Reparatie

    Reparatie van een bewegingssensor of van een tachograaf waarvoor de loskoppeling van de stroomvoorziening of, zijn loskoppeling van andere componenten van de tachograaf, of het openen van de bewegingssensor of de tachograaf, nodig is.  

    Snelheidsoverschrijding

    Overschrijding van de toegestane maximumsnelheid van het voertuig, zoals vastgelegd in Richtlijn 92/6/EEG van de Raad van 10 februari 1992 over de installatie en het gebruik, in de Gemeenschap, van snelheidsbegrenzers in bepaalde categorieën motorvoertuigen.  

    Voertuigidentificatie

    Nummers die het voertuig identificeren: het kentekennummer van het voertuig met een indicatie van de lidstaat van registratie en het ingeslagen voertuigidentificatienummer (VIN).